Het onderwerp betutteling van kinderen zeurt al een tijdje in mijn achterhoofd. Het is helemaal geen issue voor mij want ik heb geen kinderen, maar blijkbaar vind ik er toch wat van. Bovendien was ik ooit eentje en dan ik ervaringsdeskundige, net als iedereen. 😀
Volgens mij worden kinderen teveel betutteld en aan het handje genomen tegenwoordig. Dit vond ik al maar met het recente spotje van de overheid, dat je jongens meer moet laten ravotten, is het onderwerp aangewakkerd.
Ik vind drie dingen van dit spotje: Eén: het is een nuttige mededeling want je moet kinderen gewoon lekker laten aanklooien. Twee: het is dus stom dat het spotje alleen op jongens is gericht want meisjes mogen net zo goed rauzen. Drie: het is betuttelend want de overheid doet hetzelfde met ons als wat wij met onze kinderen doen.
De betutteling van kinderen EN volwassenen zit dus helemaal ingebakken.
Vroegâh
Ja, oma verhaalt. Ik ben opgegroeid in de zeventiger jaren, in een klein Sallands dorpje en daar was alles nog keurig verdeeld in ouderwetse rolmodellen. Op de lagere school kregen de meisjes handwerken op woensdagmiddag en de jongens mochten voetballen. Nou was ik helemaal geen fan van voetballen en vond ik handwerken best leuk, maar als je erover nadenkt is het te gek voor woorden dat je een tienjarige meisje alvast met de hand haar baby-uitzet laat maken. I kid you not. Ik heb een trappelzakje van flanel gemaakt, met de hand, voor mijn eerstgeborene die zich ongetwijfeld na 8 jaar zou aandienen. Not.
Over dit meetlint met poesjes heb ik een jaar gedaan. Ik moest namelijk geregeld een stuk weer uithalen omdat het niet netjes genoeg geborduurd was. Of omdat de achterkant niet netjes genoeg afgewerkt was. Ik was juist heel goed in fijne motoriek, maar ook van “grote stappen, gauw thuis”. Daarom werk ik ook niet graag met kleine kraaltjes.
Toen ik 12 jaar was (1977), werd deze policy eindelijk veranderd en kreeg de hele klas handarbeid.
Spelen op hoop van zegen
Ik was best een meisje-meisje, maar ik speelde ook vaak met jongens. Eerlijk gezegd was ik bepaald niet handig in grote motoriek. Een radslag of handstand kon ik ook helemaal niet, ik viel altijd op mijn gezicht. Dus ik viel best vaak uit een boom maar ik vond het een principekwestie. Als de jongens het konden, wilde ik het ook kunnen. Of misschien niet goed kunnen, maar tenminste doen. Als zij de Grote Wetering afzwommen van brug naar brug, dan deed ik dat ook.
Het voordeel van de jaren zeventig was dat ik verder gewoon deed waar ik zin in had na school. Als ik op mijn fietsje het einde van de straat had kunnen bereiken, zonder dat mijn moeder mij terug riep voor één of ander klusje, dan was ik WEG. Standaard richtlijn was: thuiskomen als de straatlantaarns aan gaan, of met het eten. Er waren maar twee regels: de grote weg niet oversteken (al het doorgaande verkeer van Zwolle naar Almelo ging toentertijd door Heino) en oppassen op de Brinkweg.
Waar ging ik dan heen? Waar ik zin in had. Soms ging ik naar een vriendinnetje. Als die er niet was, ging ik kijken naar bekende speelplaatsen. Of waar ze net fikkie aan het stoken waren bij één of andere bouwplaats. Soms ging dat allemaal maar net goed, maar ik heb er dus niks aan overgehouden.
Waar is die betutteling van kinderen goed voor?
Ik denk dat de voornaamste reden angst is. De angst van ouders dat hun kind wat overkomt. Dat is begrijpelijk want kinderen zijn tegenwoordig supergewenst als ze geboren worden en dan is er al snel een hoge verwachting. Dit in tegenstelling tot vroeger, toen de kinderen gewoon kwamen of je nou wilde of niet. Het kroost moet dus beschermd worden tegen alle enge dingen van de wereld. Maar als ze nooit wat mogen aanklooien, hoe moeten ze zich dan voorbereiden op de enge wereld als ze er toch al inzitten?
Je leert met vallen en opstaan, maar als je altijd wordt opgevangen voor je valt, dan leer je niet veel.
Het tweede bezwaarlijke punt vind ik dat ouders kinderen altijd zo op de nek zitten. Kinderen hebben ook recht op privacy. Kinderen moeten fouten kunnen maken en bij zichzelf denken: “OH OEPS, dat doe ik niet weer” en dan een plausibele reden proberen te verzinnen waarom er een scheur in hun broek zit.
Nooit eens onbespied
Via Magister weten ouders de cijfers van proefwerken sneller dan hun kinderen zelf. Er is ook een soort horloge voor kinderen, dat tegelijkertijd een GPS tracker is. Dat is echt een verschrikkelijk ding. Het monitort je kind dus de hele tijd, ook de hartslag bijvoorbeeld. Je kunt je kind ermee bellen, of andersom. Het ding geeft ook aan als het horloge wordt afgedaan. Zodra er meer dan een minuut geen huidcontact is, krijgen de ouders een pushbericht. Het ergste is wel dat het horloge ook een spy-functie heeft. Je kunt als ouder op elk gewenst moment ongemerkt de meeluister-functie aanzetten. Dan hoor je alles wat er in de omgeving van je kind gebeurt of gezegd wordt. Nooit meer privacy. De enige gelegenheid waar je zo’n horloge gerechtvaardigd kunt gebruiken, is als je naar een pretpark, dierentuin of druk strand gaat. Dan heeft het nut.
Je krijgt kinderen die zich altijd bekeken voelen, nooit eens onbespied. Dat lijkt me verschrikkelijk. Ik hoop dan het kind het horloge stiekem in een plas gooit, maar dat zal wel niet want grote kans dat zo’n kind al gewend is aan big brother is watching you. Het is dan net zo normaal als foto’s in een blog of Facebook.
Vandaar mijn motto: laat kinderen lekker aanklooien. Als ik andermans kinderen onder mijn hoede heb, bewaak ik ze als een havik natuurlijk. Maar dat is omdat ik zelf geen kinderen heb om te verpesten. 😛
Disclaimer: de beste stuurlui staan aan wal
Wil je op de hoogte blijven van de nieuwste blogs van armande.net? Geef dan hieronder je emailadres door, dan krijg je een berichtje met link zodra ik een nieuwe blog heb gepost!
[email-subscribers namefield=”YES” desc=”” group=”Public”]
Mijn oma zei altijd: ‘Alles te weten maakt niet gelukkig.’ En sinds ik kinderen heb die wat ouder zijn, bekijk ik die uitspraak met nieuw begrip. Kinderen hebben inderdaad ruimte nodig om hun eigen fouten te maken. En dat hoef je als moeder ook helemaal niet allemaal te weten.
Ik denk dat het zeker belangrijk is dat kinderen ruimte krijgen om aan te klooien zoals jij het noemt : )
Mijn moeder gaf/geeft mij gelukkig veel ruimte. Zo kan ik zelf fouten maken en dingen zelf ervaren. Hier leer ik dan ook het meeste van.
Awel, mijn toekomstige kind zal enorm gewenst zijn, als er al en komt. Ik ben al tijdje bezig met fertiliteit, maar ik wil dat kind alleszins niet in een glazen kooitje of zo steken. Ik wil een kind dat kan ravtooten, in bomen klimmen, zich vuil mag maken, liefst vol blauwe plekken staat en af en toe goed op zijn of haar gezicht gaat. Volgens mij hoort dat bij kind zijn en opgroeien.
Ik groeide zelf op tussen de velden, ik fietste rond (voor den donker thuis was het dan), kroop in de bomen, maakte kampen en stond constant vol met blauwe plekken en schaafwonden. Mijn moeder zei ’s avonds: hup, gaat u wassen en verder ook niets! Ik vind dat kind zijn! 😉
Heerlijk als mijn zoontje over een paar jaar lekker gaat spelen en ravotten! Zelf had ik ook veel vrijheid. Helaas is de wereld nu wel veel veranderd ten opzichte van vroeger. Voor mijn zoontje hoop ik dat hij net zo’n leuke kindertijd zal hebben!
Soms moet je inderdaad kinderen fouten durven laten maken. Maar wij zijn volgens mij er zo op gefocust om het zoveel mogelijk te voorkomen. Waarom geen idee.
Mooi stuk. Ik vind het vooral ook opgaan voor de online wereld. We proberen onze kinderen vooral lekker buiten te laten spelen. Zelfs volwassenen lijken niet altijd te beseffen welke impact social media heeft op hun leven en roepen maar te pas en onpas dat de wereld veel gevaarlijker is tegenwoordig en vragen zich af waar het heen gaat met de mens. Wat dat betreft was het wel lekker in de jaren 70, 80 en zelfs 90 dat nieuws gedoseerd binnenkwam en je niet elke minuut kon meekijken met de laatste conflicten en andere ellende. Tegelijkertijd betuttel ik onbedoeld natuurlijk ook weleens, maar met de jaren word ik makkelijker.
Ja dat vind ik zeker ook, dat met het nieuws dat non-stop maar binnenkomt. Het is natuurlijk onvermijdelijk, maar ik kijk bijna nooit meer het journaal. Ik las laatst (in Trouw geloof ik, dat dan weer wel) dat daar een woord voor is: nieuwsmijders. Ja, count me in. Ik hoef het niet de hele tijd te weten hoor.
Het is een tweestrijd die veel ouders hebben, aan de ene kant wil je dat je kinderen niets gebeurt, ze geen pijn of verdriet hebben, terwijl ik weet dat ook die dingen je vormen en harden voor het latere leven
Zo herkenbaar! Geen idee dat die handwerkles zo lang is doorgegaan, ik vond het al heel oneerlijk, ik ben ietsjes ouder dan jij trouwens. Om ons te klieren waren de jongens onder de hoge ramen van het klaslokaal luidruchtig aan het zijn…
Ik heb heel veel van die gedrochten nog, supergrote babybroeken waar ik zelf nog wel in kon, gebreide lapjes waar je gaten in moest knippen om weer dicht te mazen en schorten die je helemaal met de hand moest naaien en afwerken (kan me niet herinneren dat er een naaimachine aanwezig was); die had je natuurlijk binnenkort hard nodig als huisvrouw…het zal de juf destijds wel net zo vergaan zijn als jaren later mijn rijinstructeur…dat wordt nooit wat met dat kind/mens…wisten zij veel dat ik heel handig met naald en draad en naaimachine en haakpen en breipennen zou worden? En dat ik bij de eerste keer af rijden geslaagd ben, ook voor theorie?
Haha, oh ja, sokken stoppen. Dat hadden wij (net) niet meer op school, maar mijn oma heeft het me wel geleerd.
Ik heb geen kinderen, maar bij ons werden wij best wel met ruimte opgevoed, ik heb dus zo lekker in bomen geklommen en lekker paar keer in de sloot gevallen dat hoorde er gewoon bij. Tegenwoordig mogen ze niks meer, ja op hun ipad spelen
Ik weet niet zo goed wat ik van die spotjes moet vinden. Voel me wel een beetje aangesproken want merk dat ik erg moet wennen aan een jongen. Jip is drie maar onwijs ondernemend en ik moet echt leren hem niet te veel af te remmen en te beschermen. Dus voor die bewustwording werkt het wel. 🙂
Mijn ouders hadden dat ook volgens mij. Die hadden 2 – relatief – zoete meisjes en toen kwam mijn broer… 😛